UITLEG VOOR HET PATROON: ---------------------------------------------------------- TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld): RAGLAN:
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert, gebruikt u het totaal aantal steken waarover geminderd/gemeerderd moet worden (dus 96 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen/meerderingen (dus 8) = 12.
In dit voorbeeld mindert u door iedere 11e en 12e steek samen te breien.
Bij het verdeeld meerderen maakt u 1 omslag na iedere 12e steek. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
Meerder 2 steken in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen als volgt:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, breu 6 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.
TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.
TIP VOOR HET MINDEREN (geldt voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn er voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.
----------------------------------------------------------
BEGIN HET WERK HIER:
----------------------------------------------------------
TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden.
U kunt een verhoging in de achterkant van de hals breien voor een betere pasvorm, zodat deze ietsje hoger is in de hals. Deze verhoging kan ook overgeslagen worden, zodat de hals hetzelfde is op de voor- en achterkant - zie uitleg bij verhoging in het patroon. Na de pas breit u het lijf in de rondte op de rondbreinaald. Brei de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald.
HALSRAND:
Zet 96-100-104-112-120-124 steken op de rondbreinaald 3.5 mm met Sky. Brei 1 naald recht. Brei dan 3 cm boordsteek (= 2 recht/2 averecht). Brei 1 naald recht en minder 8-8-8-12-12-12 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 88-92-96-100-108-112 steken. Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Brei nu een verhoging in de achterkant van de hals of begin met het breien van de pas als u geen verhoging wilt.
VERHOGING IN DE ACHTERKANT VAN DE HALS:
Sla deze paragraaf over als u geen verhoging wilt.
Voeg 1 markeerdraad in aan het begin van de naald = midden achter. Begin aan de goede kant en brei 6-6-7-7-8-8 steken voorbij de markeerdraad, keer het werk, trek de draad aan en brei 12-12-14-14-16-16 steken averecht op de verkeerde kant, keer het werk, trek de draad aan en brei 18-18-21-21-24-24 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 24-24-28-28-32-32 steken averecht, keer het werk, trek de draad aan en brei 30-30-35-35-40-40 steken recht, keer het werk, trek de draad aan aan en brei 36-36-42-42-48-48 steken averecht, keer het werk, trek de draad aan aan en brei 42-42-49-49-56-56 steken recht, keer het werk, trek de draad aan en brei 48-48-56-56-64-64 steken averecht, keer het werk, trek de draad aan en brei recht tot midden achter. Knip het garen af. Begin de volgende naald (dus de pas) na de eerste 13-14-14-15-16-17 steken op de naald.
PAS:
Voeg hier 1 markeerdraad in - MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk terwijl u in tricotsteek in de rondte breit als volgt: 3 steken recht (= 3 steken op het achterpand), voeg hier 1 markeerdraad in, brei de volgende 12-12-14-14-16-16 steken recht (= mouw), voeg hier 1 markeerdraad in, brei de volgende 32-34-34-36-38-40 steken recht (= voorpand), voeg hier 1 markeerdraad in, brei 12-12-14-14-16-16 steken recht (= mouw), voeg hier 1 markeerdraad in, brei de laatste 29-31-31-33-35-37 steken recht (= achterpand) na de laatste markeerdraad (er zijn 3 steken over voor de eerste markeerdraad).
Brei de volgende naald als volgt: Brei 6 recht (markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag, brei 6-6-8-8-10-10 recht (= mouw), maak 1 omslag, 6 recht (markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag, 26-28-28-30-32-34 recht (= voorpand), maak 1 omslag, 6 recht (markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag, 6-6-8-8-10-10 recht (= mouw), maak 1 omslag, 6 recht (markeerdraad is in het midden van deze 6 steken), maak 1 omslag, 26-28-28-30-32-34 recht (= achterpand), maak 1 omslag.
De eertse meerdering voor de RAGLAN - lees uitleg hierboven, is nu klaar (= 8 steken gemeerderd op de naald). Ga verder met tricotsteek en meerderingen om de naald 23-27-29-32-34-39 keer in totaal (inclusief de eerste meerdering uitgelegd hierboven).
Na de laatste meerdering voor de raglan zijn er 272-308-328-356-380-424 steken op de naald.
Ga verder in tricotsteek zonder meerderingen tot het werk 20-22-23-26-28-31 cm meet vanaf de markeerdraad op het begin van de pas.
Brei de volgende naald als volgt: Brei 4-3-4-5-7-7 steken in tricotsteek (= op het achterpand), zet de volgende 56-66-70-74-76-86 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei in tricotsteek over de volgende 80-88-94-104-114-126 steken (= voorpand), zet de volgende 56-66-70-74-76-86 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken op de naald (= in de zijkant onder de mouw), brei in tricotsteek over de laatste 76-85-90-99-107-119 steken (= achterpand). Brei het lijf en de mouwen apart verder. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
LIJF:
= 176-192-208-228-252-276 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken die opgezet zijn onder de mouw aan elke kant. Begin de naald op een van de markeerdraad en neem de markeerdraden mee tijdens het breien. Ga verder in tricotsteek. Meerder bij een hoogte van 8 cm vanaf de scheiding, 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Herhaal het meerderen bij een hoogte van 17 cm vanaf de scheiding = 184-200-216-236-260-284 steken.
Bij een hoogte van 27-27-28-26-26-25 cm vanaf de scheiding (ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf schouder), brei 1 naald recht en meerder 36-40-44-48-52-56 steken verdeeld = 220-240-260-284-312-340 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei boordsteek = 2 recht/2 averecht voor 4 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht (om een strakke afkantrand te voorkomen gebruikt u naald 4.5 mm). De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder.
MOUW:
Zet de 56-66-70-74-76-86 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op de rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 nieuw opgezette steken onder de mouw = 64-74-80-84-88-98 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 steken onder de mouw en begin de naald hier. Brei in tricotsteek in de rondte. Minder bij een hoogte van 2 cm vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 7e-5e-4e-4e-3e-3e naald 13-17-19-20-21-25 keer in totaal = 38-40-42-44-46-48 steken. Ga verder tot de mouw 39-37-37-35-33-31 cm meet vanaf de scheiding (minder voor de grotere maten vanwege een langere pas). Brei 1 naald recht en meerder 6-4-6-8-6-8 steken verdeeld = 44-44-48-52-52-56 steken. Brei verder met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en brei boordsteek = 2 recht/2 averecht voor 5 cm. De mouw meet ongeveer 44-42-42-40-38-36 cm vanaf de scheiding. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht (om een strakke afkantrand te voorkomen, gebruik naald 4.5 mm). Brei de andere mouw op dezelfde wijze.
