------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- HAAKTIP VOOR DE LOSSE: INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak.
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste/stokje breed is.
Op het begin van iedere toer met stokjes haakt u 3 lossen. Deze lossen vervangen niet het 1e stokje maar worden aanvullend op de steken op de toer gehaakt.
PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.
TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, tel de steken waarover gemeerderd moet worden (dus 94 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 18) = 5.2.
In dit voorbeeld meerdert u door 2 stokjes in ongeveer iedere 5e steek te haken.
TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 stokje door de volgende 2 stokjes samen te haken als volgt: Haak 1 stokje maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 steken op de haaknaald), haak dan het volgende stokje maar op laatste doorhaling haalt u het garen door alle 3 steken op de haaknaald.
-------------------------------------------------------
BEGIN HET WERK HIER:
-------------------------------------------------------
TOP - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Haak de pas in de rondte, van boven naar beneden. Verdeel nu de pas voor het lijf en de mouwen. Haak het lijf in de rondte, van boven naar beneden. Haak de mouwranden in de rondte, van boven naar beneden.
LET OP: Het is belangrijk om de stekenverhouding in de hoogte in de gaten te houden zodat de afmetingen op de pas correct zijn.
PAS:
Haak 95-103-103-109-109-115 lossen - lees HAAKTIP VOOR DE LOSSE op haaknaald 4 mm met Safran en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak 3 lossen - lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak dan 1 stokje in elk van de 94-102-102-108-108-114 lossen en meerder tegelijkertijd 18-22-22-28-40-46 stokjes verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 112-124-124-136-148-160 stokjes.
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk als volgt:
1e markeerdraad: Voeg de 1e markeerdraad in op het begin van de toer.
2e markeerdraad: Sla de volgende 16 steken over, voeg de 2e markeerdraad hier in.
3e markeerdraad: Sla de volgende 40-46-46-52-58-64 steken over, voeg de 3e markeerdraad hier in.
4e markeerdraad: Sla de volgende 16 steken over, voeg de 4e markeerdraad hier in.
Er zijn 40-46-46-52-58-64 steken over op de toer na de laatste markeerdraad.
Neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het haken. Ze worden vlak voor iedere herhaling van A.2 geplaatst op de toer en ze worden gebruikt bij het verdeeld meerderen.
Haak nu in patroon en meerder als volgt:
A.1 laat zien hoe de toer begint en eindigt.
Haak A.2 over de eerste 4 stokjes, A.3 over de volgende 12 stokjes (= 2 herhalingen van 6 steken), A.2 over de volgende 4 stokjes, haak A.3 over de volgende 36-42-42-48-54-60 stokjes (= 6-7-7-8-9-10 herhalingen van 6 steken), A.2 over de volgende 4 stokjes, A.3 over de volgende 12 stokjes, A.2 over de volgende 4 stokjes, A.3 over de laatste 36-42-42-48-54-60 stokjes.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga zo verder met het patroon in de rondte en meerder verdeeld:
Op de 6e toer in patroon meerdert u als volgt:
Haak * A.2 zoals hiervoor, haak A.3 tot de volgende markeerdraad en meerder tegelijkertijd 0-6-6-6-6-6 stokjes verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN (= 12-18-18-18-18-18 steken), haak A.2 zoals hiervoor, haak A.3 tot de volgende markeerdraad en meerder tegelijkertijd 6-6-12-12-12-12 steken verdeeld (= 42-48-54-60-66-72 steken) *, haak van *-* 1 keer op de toer (= 12-24-36-36-36-36 steken gemeerderd) = 180-204-216-228-240-252 steken op de toer.
In maat XS, S en M gaat u verder vanaf ALLE MATEN hieronder.
In maat L, XL en XXL meerdert u als volgt:
Op de 10e toer in patroon meerdert u als volgt:
Haak * A.2 zoals hiervoor, haak A.3 tot de volgende markeerdraad en meerder tegelijkertijd 6-6-6 steken verdeeld (= 24-24-24 steken), A.2, haak A.3 zoals hiervoor tot de volgende markeerdraad en meerder tegelijkertijd 6-6-6 stokjes verdeeld (= 66-72-78 steken) *, haak van *-* 1 keer op de toer (= 24-24-24 steken gemeerderd) = 288-300-312 steken op de toer.
ALLE MATEN:
Haak tot A.2 in de hoogte is gehaakt.
Voeg op laatste toer in A.2 1 nieuwe markeerdraad in, aan het midden van elke A.2 (dus 18 stokjes aan elke kant van de markeerdraad in elk van de 4 herhalingen met A.2). Verwijder de oude markeerdraden (= 4 markeerdraden over in werk). De steken tussen de markeerdraden geven de overgang tussen het voor-/achterpand en de mouwen aan (= 48-54-54-60-60-60 stokjes op elke mouw). Er zijn nu 252-276-288-324-336-348 stokjes op de toer.
Haak nu in patroon als volgt: A.4 laat zien hoe de toer begint en eindigt. Ga verder met A.3 in de rondte en over de 36 stokjes in A.2 haakt u 6 herhalingen van A.3. Als A.3 1 keer in de hoogte is gehaakt, herhaal dan patroon A.3a in de hoogte.
Haak zo tot het werk 20-20-22-24-26-28 cm meet vanaf het begin van de pas – pas aan op het einde na de 1e, 3e, 7e, 12e of 13e toer in A.3a! Dit wordt gedaan om het patroon makkelijker op het lijf en de mouwen door te kunnen haken.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen. Haak de volgende toer als volgt:
Haak A.3a tot de eerste markeerdraad (= 3 herhalingen voor het achterpand), haak 8-8-8-10-10-10 lossen, sla de steken tussen de 2 markeerdraden over (= 8-9-9-10-10-10 herhalingen voor de mouw), haak A.3a tot de volgende markeerdraad (= 13-14-15-17-18-19 herhalingen voor het voorpand), haak 8-8-8-10-10-10 lossen, sla de steken tussen de 2 markeerdraden over (= 8-9-9-10-10-10 herhalingen voor de mouw), haak A.3a over de rest van de toer (= 10-11-12-14-15-16 herhalingen – Er zijn nu 13-14-15-17-18-19 herhalingen voor het achterpand). Knip en hecht het garen af.
LIJF:
Begin in de 5e losse van de 8-8-8-10-10-10 lossen onder de mouw in een zijkant. Haak 3 lossen - denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak 1 stokje in dezelfde losse. Haak nu 1 stokje in elk van de volgende 3-3-3-5-5-5 lossen, haak A.3a zoals hiervoor tot de lossen onder de tweede mouw, 1 stokje in elk van de 8-8-8-10-10-10 lossen onder de mouw. Haak A.3a zoals hiervoor tot de lossen onder de mouw, haak 1 stokje in elk van de laatste 4-4-4-4-4-4 lossen onder de mouw = 172-184-196-224-236-248- steken.
Haak de 8-8-8-10-10-10 steken onder de mouw in stokjes.
Voeg 1 markeerdraad in, in het werk. MEET NU HET WERK VANAF HIER!
Op de eerste toer in A.3a gehaakt met stokje mindert u 4-4-4-2-2-2 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN = 168-180-192-222-234-246 steken. Haak dan A.3a in de rondte (= 28-30-32-37-39-41 herhalingen op de toer). Herhaal A.3a in de hoogte. Bij een hoogte van 12 cm, pas zo aan dat de volgende toer met stokjes is, mindert u 6 stokjes verdeeld = 162-174-186-216-228-240 stokjes. Herhaal nu A.3a 27-29-31-36-38-40 keer op de toer.
Bij een hoogte van 20-21-22-23-24-25 cm vanaf markeerdraad – pas zo aan dat de volgende toer met stokjes is, meerder 6 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal het meerderen op elk van de volgende 3 toeren met stokjes (= 24 steken gemeerderd) = 186-198-210-240-252-264 stokjes. Herhaal A.3a 1 keer in de breedte op iedere meerdering. Als alle meerderingen klaar zijn, herhaal dan A.3a 31-33-35-40-42-44 keer in de breedte.
Haak tot het werk 34-36-36-36-36-36 cm meet vanaf de scheiding – pas aan op het einde na een toer met stokjes.
Knip en hecht het garen af. De top meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden.
MOUWRANDEN:
Begin in de 4e losse van de 8-8-8-10-10-10 lossen onder de mouw. Haak 3 lossen - denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN, haak 1 stokje in dezelfde losse. Haak dan 1 stokje in elk van de volgende 4-4-4-6-6-6 lossen, haak de volgende toer in A.3a (dus een toer met stokjes) tot er 3 lossen over zijn op de toer, haak 1 stokje in elk van de laatste 3 lossen. Er zijn nu 1 toer met stokjes en 1 toer met vasten/lossen over - haak indien gewenst 1 stokje in ieder stokje tot de gewenste lengte.
Haak 1 toer met 1 stokje in ieder stokje en minder tegelijkertijd 10-10-8-10-6-4 stokjes verdeeld = 46-52-54-60-64-66 stokje.
Haak * 1 vaste in het eerste/volgende stokje, 1 losse, sla ongeveer 1 cm over *, haak van *-* rondom de hele mouw. Knip en hecht het garen af. Haak de andere mouw op dezelfde wijze.